In Den Haag daar woont een graaf
In Den Haag daar woont een graaf
En zijn zoon heet Jantje.
Als je vraagt: Waar woont je pa?
Dan wijst hij met zijn handje.
Met zijn vingertje en zijn duim,
Op zijn hoed draagt hij een pluim,
Aan zijn arm een mandje.
Dag, mijn lieve Jantje!