Vandaag zijn alle kinderen thuis gebleven
Mieke is al heel vroeg wakker want vandaag vieren ze op school carnaval.
Ze heeft heel lang nagedacht over hoe ze verkleed zal gaan. Eerst wilde ze als danseresje. Daarna dacht ze dat een prinsesje veel leuker zou zijn. Maar ze gaat vandaag verkleed als zeerover.
Haar nichtje Margje heeft het bedacht.
’Dan zijn we twee zeerovers,’ zei Margje. ’Dat is hartstikke spannend’.
Mamma heeft haar kleren al klaargelegd. Een zwarte broek met allemaal gekleurde lapjes erop. Een gestreept T-shirt, een rode doek voor op haar hoofd en een zwarte lapje om voor haar ene oog te doen.
Ze trekt gauw de spullen aan en gaat naar Wouter.
Die is al wakker en speelt met zijn lego.
’Waarom heb jij een zwart oog?’ vraagt hij.
’Ik ben een zeerover,’ zegt Mieke. ’Voor de carnaval op school.’
’Dat wil ik ook.’
’Jij zit nog niet in de kleutergroep,’ zegt Mieke.
’Ik wil het ook.’
’Dat kan niet.’
Wouter gooit een legoblokje naar Mieke. ’Stomme zeerover!’ roept hij en hij begint te huilen.
’Huilebalk!’ roept Mieke.
’Ik ben geen balk’, roept Wouter. ’Ik ben een zeerover.’
Mamma komt kijken. ’Wat is hier aan de hand?’
Mieke vertelt dat Wouter boos is omdat hij niet mee mag naar school.
’Dat kan wel hoor,’ zegt mamma. ’Vanmiddag mogen alle vaders en moeders komen kijken naar het carnaval op school. En dan mag Wouter ook mee.’
’Hoi hoi hoi!’ roept Wouter en hij danst door de kamer.
’Kom, zegt mamma, ’dan gaan we ontbijten.’
Mieke rent naar beneden. Ze wil heel vlug eten en dan naar school. Naar het carnaval!.
Margje komt haar ophalen.
Als twee echte zeerovers stappen ze door de straat.
Ineens horen ze achter zich een stem. Het is Frankje die ook bij hen in de groep zit. ’Stomme zeerovers!’ roept hij boos.
Mieke en Margje kijken om en … daar staat nog een zeerover.
’Leuk,’ zegt Mieke, ’nou zijn er drie zeerovers.’
’Stom,’ zegt Frankje. ’Meisjes kunnen geen zeerovers zijn.’
’Wel waar,’ roept Margje. ’Je hebt ook meisjeszeerovers.’
’Niet waar. Meisjes zijn slap!’
Frankje geeft Mieke een harde zet. Die valt op de grond en begint te huilen,
Nu wordt Margje heel erg boos. Ze geeft Frankje een duw en die valt ook op de grond.
Margje gaat meteen boven op hem zitten en roept: ’Geef je over, stomme zeerover!’
Mieke lacht en huilt nu tegelijk. ’Dat rijmt,’ zegt ze.
Margje roept nog een keer: ’Geef je over, stomme zeerover!’ Ze hopst een paar keer op en neer boven op Frankje.
’Au au!’ schreeuwt hij.
’Nou?’ vraagt Margje. ’Zijn we die zeerovers of niet?’
’Ja ja,’ zegt Frankje, want hij vindt Margje wel een beetje zwaar worden.
Even later stormen drie zeerovers de school in. Er is geen kind te zien maar er zijn wel een heleboel clowns, beren, boeven, danseresjes, koks en boeren en boerinnen.
De juffies en meesters zijn ook allemaal verkleed. Juffie Marian is ineens een oude heks. Ze heeft een puntneus en op haar hoofd draagt ze een rode pruik en een heksenhoed.
In de groep van Mieke gaan ze toneelstukjes bedenken voor het feest van vanmiddag. En ze leren een nieuw liedje over carnaval.
Vandaag zijn alle kinderen thuis gebleven,
Vandaag zijn wij een school vol dolle pret.
Er wordt vandaag hier ook geen les gegeven,
De hele school wordt op z’n kop gezet.
Vandaag zijn er wel tien mooie prinsessen,
Zes beren, twaalf rovers en een kok.
En kijk eens naar die lieve prinsessen
En de meester in een rare rode rok.
Vandaag gaan we keten met z’n allen,
Vandaag wordt het een heel groot beestenfeest.
We gaan vandaag lekker carnavallen
En zingen morgen: ’Het is mooi geweest.’
’s Middags is het zover. De grote zaal van de school is prachtig versierd met ballonnen en slingers.
De kinderen en de meesters en de juffen springen in het rond.
De vaders en moeders zijn nu ook verkleed op school.
De vader van Mieke heeft een gekke jas aan en een grote strik in zijn haar. Haar moeder heeft twee konijne-oren op haar hoofd.
Wouter zit op de arm van pappa. Hij ziet eruit als een gevaarlijke zeerover. Maar de zeerover is helemaal niet gevaarlijk. Hij kijkt een beetje bang.
Hij ziet al die verklede kinderen en de meesters en juffen die zo raar doen.
Dan begint zeerover Wouter ineens hard te huilen.
Hij stopt zijn hoofd onder de grond de grote strik van pappa.
Juffie Marian komt naar hem toe. ’Ben je bang, Wouter?’ vraagt ze.
Wouter kijkt op en ziet het gezicht van een heks.
Nu moet hij nog veel harder huilen.
’Dat is juffie Marian,’ zegt mamma.
’Ga weg, stomme heks!’ roept Wouter.
Juffie Marian doet haar neus af en haalt de hoed en de pruik van haar hoofd.
’Zie je wel,’ zegt pappa.
De directeur van de school komt ook even kijken.
Hij heeft een rare jurk aan en een hoedje op.
’Dat is meester Harm,’ zegt mamma lachend.
Wouter kijkt weer en meester Harm trekt een gekke bek. Nu moet Wouter ook lachen.
Ze springen en hossen en zingen wel tien keer het carnavalslied. Zelfs Wouter danst mee op de arm van pappa. Als ze na het feest naar huis lopen, zingt Wouter het lied nog een keer.
’We gaan kalevallen, we gaan kalevallen.
Het is mooi geweest. Ik ben een groot beest.’
Uit: Nog een nachtje slapen door Jaques Vriens en Dagmar Stam
Uitgeverij Van Holkema & Warendorf
Edited by - Sje on 22-4-2007 10:53:35 PM